Geld terug!

Het kampeerterrein werd in 1933 aangekocht door de anarchistische beweging. Toch moest de huidige groep die het terrein beheert, de Vereniging tot Vrijheidsbezinning, in 2018 €100.000 op tafel leggen om het te behouden toen het bestuur van de officiële eigenaar, de Stichting tot Vrijheidsbezinning, besloot de camping te verkopen. Het blijft voor ons onverteerbaar dat dit bestuur er uiteindelijk met €130.000, ook het spaargeld van de camping en de Pinksterlanddagen werd meegenomen, vandoor is gegaan. Dit is geld dat aan de camping en de beweging behoort en geen speelgoed voor een besloten groepje vooral zichzelf belangrijk vindende mannen, dat consequent in strijd met anarchistische principes handelt.

De verkoop van het terrein, waarmee het stichtingsbestuur de beschikking kreeg over dit geld, was het sluitstuk van een slepend conflict over de machtspositie die dit bestuur zich op formele gronden toegeëigend had. Dit werd mogelijk doordat er bij de aankoop van het terrein in 1933 besloten werd het eigendom onder te brengen bij een stichting. In de loop van de tijd werd, mede door wettelijke wijzigingen, deze stichting ontdaan van enige vastgelegde democratische controle: het bestuur, dat zichzelf coöpteerde, had juridisch gezien volledige zeggenschap. Een zeer onwenselijke situatie, die al vaker voor discussie en conflicten had gezorgd. Enige tijd leek deze constructie niettemin werkbaar omdat er afspraken lagen dat alle besluiten genomen zouden worden in de vergadering van vaste kampeerders en dat het stichtingsbestuur een slapend bestaan zou leiden.

Steeds vaker begon dat bestuur, bestaande uit enkele vaste kampeerders en enkele anderen (nagenoeg altijd mannen), toch eigenmachtig te handelen, besluiten van de vergaderingen naast zich neer te leggen en zich daarbij te beroepen op de formele machtspositie. Uitspraken als ‘de vergadering kan besluiten wat ze wil, wij bepalen wat er gebeurt’ en ‘de vergadering is niet in staat het terrein te beheren’ waren daarbij niet van de lucht. Allerlei voorstellen om ons aan eerder gemaakte afspraken over besluitvorming te houden of dingen anders te regelen werden afgeschoten. Zelfs het voorstel om de vergadering een nieuw bestuurslid te laten voordragen werd afgewezen, omdat het bestuur zelf wilde bepalen welke ‘betrouwbaarste der kameraden’ aan mocht sluiten – een hoge mate van eigendunk was hen bepaald niet vreemd. Tegelijkertijd speelden er een stevig conflict tussen het stichtingsbestuur en de organisatiegroep van de Pinksterlanddagen, die op een zelfde paternalistische wijze werd bejegend en geen ruimte kreeg om de eigen financiën te beheren.

Een groot deel van de kampeerders pikte dit, na vele pogingen hierin verandering te brengen, niet langer en richtte in 2016 de groep ‘Van Onderop’ op. Besloten werd het stageld niet langer aan de stichting, die ook controle van de vergadering op het financiële handelen niet meer wilde accepteren, te betalen, maar ten behoeve van het beheer en voortbestaan de camping apart te zetten. Andere kampeerders namen een meer neutrale positie in deze kwestie in.

Een door een extern groepje van mensen uit de beweging, die zich zeer betrokken voelen bij het terrein, geïnitieerde mediationpoging werd door het stichtingsbestuur niet serieus genomen en het advies van de mediator – een meer egalitaire eigendoms- en beheersstructuur – werd met een beroep op de formele machtspositie van het bestuur hooghartig ter zijde geschoven nadat de vergadering van kampeerders er al mee akkoord was gegaan.

De zogenaamde ‘betaalstaking’ (in feite dus een andere wijze van betalen voor de camping) was tegen het zere been van het stichtingsbestuur. Het spreidde daarbij een uiterst aanmatigende houding ten toon en maakte gebruik van instrumenten die volstrekt misplaatst zijn vanuit anarchistisch perspectief: het op eigen houtje gesloten verklaren van de camping, het afsluiten van nutsvoorzieningen, het verbieden van de Pinksterlanddagen 2018, het eenzijdig proberen op te leggen van een huishoudelijk reglement waarin de machtspositie van het bestuur bevestigd wordt en het dreigen met deurwaarders en aangifte bij de politie als mensen op de camping zouden komen.

In de traditie van zelfbeheer namen de overige vaste kampeerders de camping toen maar daadwerkelijk zelf in beheer: nutsvoorzieningen werden weer aangesloten en de Pinksterlanddagen werden toch gehouden. Enige tijd later liet het stichtingsbestuur weten er geen zin meer in te hebben en het terrein te gaan verkopen. Door snel handelen van een kampeerder met voldoende eigen vermogen lukte het om het terrein voor de beweging te behouden en daarna via leningen en giften in 2019 in eigendom te krijgen. Dit eigendom berust nu bij de Vereniging tot Vrijheidsbezinning, omdat een juridische eigenaar in het huidige systeem helaas nodig is. We hebben in de statuten echter onwijzigbaar vastgelegd dat het terrein niet verkocht mag worden. Bovendien heeft het bestuur, dat er ook weer formeel moet zijn, geen enkele zelfstandige handelsruimte: de vergadering van alle leden neemt de besluiten en de feitelijke ‘bestuurstaken’, zoals de financiën en het secretariaat, worden bij toerbeurt uitgevoerd door mensen die niet formeel in het bestuur zitten. We hopen daarmee te voorkomen dat zich ooit nog een dergelijke situatie van machtsmisbruik op deze anarchistische camping zal voordoen.

Het staat buiten kijf dat het toenmalige stichtingsbestuur volstrekt niet in overeenstemming met anarchistische principes gehandeld heeft. Het is met name de opstelling en handelswijze van Arie Hazekamp – penningmeester en secretaris binnen het voormalige stichtingsbestuur – geweest die alle perken te buiten is gegaan. Men heeft de eigen papieren machtspositie op schandelijke wijze misbruikt om er met €130.000 van door te gaan. Dit is een combinatie van door kampeerders en de Pinksterlanddagengroep gespaard geld, nadrukkelijk bedoeld voor onderhoud van het terrein, en de koopsom die het bestuur geïncasseerd heeft.

Wij zijn van mening da het bestuur van het Genootschap Vrij Socialisme op oneigenlijke wijze aan dit geld gekomen is en dit terug zou moeten geven aan de beweging: het gespaarde geld retour naar de camping, het overige om de verstrekte leningen en obligaties af te kunnen betalen, zodat de betrokken groepen dit weer voor andere doeleinden kunnen inzitten.

Wij hebben uiteraard een verzoek van die strekking aan het stichtingsbestuur gedaan, maar vergeefs. De na de terreinverkoop tot het bestuur toegetreden leden Boudewijn Chorus en Martin Smit hebben we door middel van een brief op de hoogte gesteld van de voorgeschiedenis van het stichtingskapitaal en voorgesteld in gesprek te gaan. In lijn met de arrogante, superieure houding die ook tekenend was en is voor de uit het voormalige stichtingsbestuur resterende andere bestuursleden – Hazekamp en Tjeerd Geertsma – hebben we op onze brief geen enkele reactie ontvangen. Desondanks zullen we er via diverse wegen op blijven aandringen dat het geld terug moet.